Knuffelbeer blijft in de bouwput

tekst: Marloes Lammerts
In het vierde artikel in de reeks Tussen wetenschap en praktijk praten Menno van Iterson en Koen van ’t Hof over veiligheidsmanagement. ‘De teddybeer is een symbool voor de omgeving’
“Onze studenten zijn niet primair geïnteresseerd in de vraag of die spoorrails wel goed ligt. Zij kijken naar de mensen die zich in dat project begeven”
Deze week staat ‘veiligheidsmanagement’ als onderdeel centraal. Menno van Iterson is manager veiligheid en gezondheid, waarbij hij zich onder andere heeft gefocust op het boorproces. Koen van ’t Hof is docent Toegepaste Psychologie aan de Hogeschool van Amsterdam. Samen slaan zij de handen ineen om TP’ers (Toegepaste Psychologen) mee te laten denken over de veiligheidscampagnes voor Metro en Tram.
Waarde van de psychologie
Wat was de reden voor Metro en Tram en Toegepaste Psychologie aan de HvA om te gaan samenwerken? Van Iterson: ‘In 2008 hebben wij een ernstig dodelijk ongeval gehad. De veiligheidscijfers als gevolg van ongevallenincidenten waren niet verontrustend, maar wel zodanig een aanleiding dat wij wisten dat wij actie moesten ondernemen. Om die reden hebben wij de afgelopen jaren een veiligheidscampagne gevoerd. Deze campagne is nooit vanuit de wetenschappelijke hoek geëvalueerd. Daarom willen wij nu door Toegepaste Psychologen de campagne laten “controleren”.’ Koen van ’t Hof stelt vanuit zijn visie als docent dat het veel op kan leveren om niet alleen naar het technische of het procesmatige aspect te kijken, maar juist ook naar het gedragsmatige aspect. Van ’t Hof: ‘Op dit punt kunnen onze studenten van toegevoegde waarde zijn. Zij kijken met een gedragsmatige bril naar een project. Onze studenten zijn niet primair geïnteresseerd in de vraag of die spoorrails wel goed ligt of het beton goed is gestort, maar kijken naar de mensen die zich in dat project begeven.’
Faming of blaming
Aan Van Iterson wordt gevraagd of hij meer voorstander is van ‘faming’, waarbij goed gedrag wordt beloond, of van ‘blaming’, waarbij slecht gedrag juist wordt bestraft. Van Iterson: ‘Wij zijn echt aan de kant van faming, van positief waarderen gaan zitten. Onze praktijkervaring leert dat positief belonen een betere werking heeft dan mensen te “blamen”, te straffen voor onveilig gedrag.’ Uit een samenwerking tussen de afdelingen Communicatie en Veiligheid is binnen Metro en Tram de ‘Safety Award’ ontstaan, die één keer per kwartaal wordt uitgereikt aan de beste veiligheidsprestatie. ‘Aannemers zijn er heel erg over te spreken’, vertelt Van Iterson. ‘Zij krijgen ten eerste de Gouden Helm [het symbool voor de Safety Award, red.], dat hen ten tweede de mogelijkheid biedt om publiciteit naar buiten te genereren. Zij kunnen laten zien: “Kijk, wij hebben de beste veiligheidsprestatie neergezet bij Metro en Tram”.’
Kracht van de Safety Award
Wat vindt de docent Toegepaste Psychologie van zo’n Safety Award? Van ’t Hof blijkt het hierin eens te zijn met Van Iterson: ‘Uit onderzoek blijkt inderdaad dat positief belonen in veel gevallen een betere uitwerking heeft dan ongewenst gedrag bestraffen. Ik denk dat het een heel krachtig instrument is om mensen bepaald gedrag te laten vertonen.’ Toch plaatst de docent kanttekeningen bij de award: ‘Nu wordt er, bij mijn weten, vooral gestuurd op objectieve cijfers. Dat is prima, maar het zou ook interessant zijn om te kijken naar de risicoperceptie van de verschillende mensen die werken aan het project. Je vergelijkt dan in hoeverre verwachte risico’s zich ook daadwerkelijk voordoen. Als daar een discrepantie tussen zit, zou dat wel eens interessant kunnen zijn on meer de nadruk op te leggen in je campagne.’ Hij voegt toe: ‘Daarnaast moet je er ook rekening mee houden dat sommige partijen misschien veel meer risicovol werk doen dan andere partijen. Ik weet niet of daar een soort van weegfactor voor is aangebracht.’
Jezelf, je collega, je omgeving
Van Iterson vertelt dat de veiligheidscampagne voor Metro en Tram is onderverdeeld in drie thema’s: let op jezelf, let op je collega, en let op je omgeving. Onderdeel van de campagne zijn de zwart-met-gele pictogrammen en de poster waarop een meisje met haar knuffelbeer staat afgebeeld. Van Iterson legt de keuze voor beiden uit. ‘We hebben gebruik gemaakt van pictogrammen voor de bouwers, omdat we heel veel buitenlandse collega’s hebben. Om een taalbarrière te voorkomen, maken wij zoveel mogelijk gebruik van non-verbale communicatie. Om attentie te geven aan het derde thema, let op je omgeving, hebben wij het beeld ontwikkeld van het meisje met het beertje op haar arm. De teddybeer is een symbool voor de omgeving.’

Jan Bijkerk, directeur Uitvoering Noord/Zuidlijn, geeft projectdirecteur Albert Timmermans de gouden wisselhelm.
Knuffelbeer
Op wat voor manier is het beertje precies een symbool? Van Iterson: ‘De bouwplaatsen waar de jongens aan het werk zijn, bevinden zich in een drukke omgeving wat de kans op incidenten verhoogt. De bouwplaatsen grenzen direct aan de openbare weg in een dicht-stedelijk gebied. Daar komen mensen langs. Als voorbeeld geef ik vaak de moeder met kind en kinderwagen die oversteekt’. Van ’t Hof koppelt daar op terug: ‘Dergelijke beelden worden gekoppeld aan fear appeals. Uit onderzoek is gebleken dat het schetsen van angstscenario’s in veel gevallen niet werkt. Als de angst gedoseerd wordt en er een handelingsperspectief wordt aangeboden, zouden fear appeals nog wel kunnen werken.’ Van Iterson geeft aan dat dergelijke handelingsperspectieven wel degelijk worden geïncorporeerd in de huidige campagne: ‘We hebben uiteindelijk alle projectuitvoerders zo’n teddybeer gegeven bij de lancering van de campagne. De beer zou je kunnen gebruiken als troost op het moment dat er een incident is met de omgeving, waarbij een kind betrokken is. We hebben tegen die hoofduitvoerders gezegd dat wij eind 2014 langskomen om te kijken of de knuffel nog in hun bezit is. Het is nu november 2014, en we hebben gelukkig nog geen signaal gehad dat de beer gebruikt moest worden.’
Onderbuikgevoel
Het lijkt erop dat Metro en Tram al op de goede koers aan het varen is door gebruik te maken van praktijkervaring. Toch zien de Adviseur Veiligheid en Gezondheid en de docent Toegepaste Psychologie wederzijdse voordelen aan hun samenwerking. Van Iterson: ‘Wij lopen er tegenaan dat onze veiligheidsprestaties best aardig zijn, maar dat wij weten nog beter te kunnen. Als je het op een schaal van één tot tien bekijkt, staan wij nu ergens op een zes. Dat is voldoende, maar we willen naar een zeven, het liefst een acht.’ Hij vervolgt: ‘Je ziet dat er in Nederland een ontwikkeling plaatsvindt waarbij er binnen de Veiligheidskunde steeds meer aandacht uit gaat naar psychologie. Die link missen wij nog wel eens.’ Van ’t Hof: ‘Campagnes zijn vaak op een soort onderbuik gevoel gebaseerd. Je kunt zo’n campagne aanscherpen door het tegen het psychologische licht te houden, en te kijken welke mechanismen erachter zitten.’
Spin-off
Van ’t Hof somt op, op welke manieren een TP’er aan de slag zou kunnen gaan bij Metro en Tram: ‘Ze kunnen de werkzaamheid van die mechanismen onderzoeken, trainingen geven aan het personeel dat op de bouwplaats werkt, of een onderzoekende rol aannemen.’ Van Iterson voegt daar nog aan toe dat hij de studenten graag meer onderbouwing wil geven voor de theorie die zij gedoceerd krijgen. ‘De praktijk is vaak te weerbarstig om de theorie volledig dekkend te laten zijn’, aldus Van Iterson. De Adviseur Veiligheid is positief over de aandacht die Metro en Tram besteed aan veiligheid, door er aandacht en capaciteit voor vrij te maken. ‘Op die manier komt er ruimte voor een spin-off naar buiten toe. Het zou heel mooi zijn als we met de HvA instrumenten kunnen ontwikkelen zodat de aannemers zeggen: “Wij willen met Metro en Tram werken, omdat daar het veiligheidsniveau excellent is.” Dáár willen wij naar streven.’
Meer lezen?
Tussen wetenschap en praktijk is tot stand gekomen dankzij het winnen van de Schreudersprijs. Hoe precies? Dat leest u hier. Aan het eind van de reeks vind u hier ook alle artikelen onder elkaar.